Veranderde facturatieregels voor btw

Een correct opgemaakte factuur geeft een belastingplichtige een recht op aftrek van de btw vermeld op deze factuur. Sinds 1 januari 2013 zouden er normaal een aantal nieuwe regels gelden inzake de aftrek en de opeisbaarheid van de btw. Maar aangezien de administratie achterstand heeft opgelopen, wordt in 2013 een overgangsperiode van 12 maanden voorzien voor zowel de leveranciers/dienstverrichters al s hun klanten. Vanaf 1 januari 2014 zou de nieuwe regeling dan effectief worden toegepast, zeker door klanten met het oog op de uitoefening van hun recht van aftrek. Voor de leveranciers/dienstverrichters zou er vanaf 1 januari 2014 wel nog een overgangsperiode worden voorzien voor het uitreiken van facturen. In de loop van 2013 zou hierover meer duidelijkheid komen. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.

Nieuwe regels inzake de opeisbaarheid van de btw

Eerder deelden we al mee dat de regels inzake opeisbaarheid van de btw worden aangepast.
Het gaat hier om de datum waarop de verschuldigde btw moet worden doorgestort aan de Staat en , omgekeerd, wanneer de btw-belastingplichtige deze btw kan recupereren. De factuurdatum zal niet langer een datum van opeisbaarheid vormen. Btw wordt pas opeisbaar op het ogenblik waarop de levering of dienst wordt verricht of voltooid. De btw moet dus pas worden doorgestort aan de Staat op het ogenblik dat de levering of dienst wordt verricht of voltooid. Indien echter voor dat moment een voorschot wordt ontvangen, zal de btw op dat ogenblik opeisbaar worden en in een periodieke btw-aangifte moeten worden opgenomen.

Gevolg: het opnemen van de facturen in de btw-aangifte louter op basis van de factuurdatum is niet correct. U moet steeds nagaan wanneer de levering of dienst werd verricht of wanneer de betaling werd ontvangen.

Dat heeft ook zijn gevolgen voor het recht op aftrek van de btw. Men heeft maar recht om de btw op zijn aankopen terug te vragen op het ogenblik dat de btw opeisbaar is. Het enkel ontvangen van de factuur zal dus niet voldoende zijn om de btw-aftrek uit te oefenen indien de levering of dienst nog niet werd verricht of indien er nog geen betaling is gebeurd.

Uitreiking factuur

Een factuur moet worden uitgereikt ten laatste de 15e van de maand na de maand waarin de btw opeisbaar is geworden over het geheel of een deel van de prijs. Bij intracommunautaire leveringen van goederen is dit de 15e van de maand volgend op de levering. Heeft men op deze datum nog geen factuur ontvangen en moet de ontvanger de btw verleggen via zijn periodieke btw-aangifte ( bij voorbeeld bij een intracommunautaire verwerving van goederen)  dan moet de koper zelf een document opmaken en de btw tijdig betalen via de btw-aangifte.

Factuurvermeldingen

Er moet nu expliciet op de factuur worden vermeld wat de datum is van het belastbare feit of de datum van ontvangst van de prijs of een deel ervan. Onder de huidige wetgeving is die datum enkel verplicht te vermelden indien deze verschilt van de uitreikingsdatum van de factuur.
Sinds 1 januari 2013 moet deze datum altijd afzonderlijk op de factuur worden vermeld, ook al is het dezelfde datum als de factuurdatum. De vermelding “ btw verlegd” is voldoende wanneer de btw door de afnemer moet worden voldaan via verlegging van heffing. Er zal dus niet langer meer naar het wetsartikel zelf moeten verwezen worden.

Soepelere regels voor de bewaring van facturen

De regeling voor bewaring van facturen wordt aangepast. Voor de bewaring van facturen op papier zal nog steeds vereist worden dat deze in België worden bewaard. De wijze van bewaring wordt versoepeld. Bewaring ( in principe 7 jaar) kan op papier of elektronisch en dat ongeacht of de factuur op papier of elektronisch werd verstuurd en/ of ontvangen. Vereist is wel dat de authenticiteit van de herkomst, de integriteit van de inhoud en de leesbaarheid van de facturen worden gewaarborgd.

 

Bron : NSZ