BTW van 6 procent op elektriciteit: residentieel contract is bepalend

De btw-verlaging van 21 naar 6 procent op elektriciteit vanaf 1 april 2014 is bedoeld voor huishoudelijke afnemers en personen die recht hebben op het sociaal tarief of de budgetmeter. De BTW- verlaging wordt automatisch toegepast door de elektriciteitsleveranciers. Om te weten of men te doen heeft met een huishoudelijke afnemer wordt er  gekeken naar het contract: als het om een professioneel contract gaat, dan komt de betrokkene niet in aanmerking voor de btw-verlaging. Een natuurlijke persoon die een professioneel contract afsluit met zijn elektriciteitsleveranciers kan dus niet genieten van die 6 procent btw. Het 6% BTW- tarief zal worden toegepast op alle kosten met betrekking tot de levering van elektriciteit. Dus ook de energiekost, nettarieven, taksen, toeslagen en heffingen zullen het 6% BTW- tarief genieten.

Wie zowel een contract heeft voor zijn zaak en privé samen kan toch recht hebben op het verlaagd tarief indien het contract “residentieel” is. Dan wordt op het geheel (privé- en beroepsgebruik samen) 6 procent geheven. Als het daarentegen om een professioneel contract gaat, is 21 procent btw van toepassing. Gezien de aftrekbaarheid van de btw voor beroepsgebruik maakt dat in de praktijk normaal gezien natuurlijk niet veel verschil uit.

Op de voorschotfactuur van maart 2014 is nog 21 procent aangerekend, ook al sloeg dat voorschot op het verbruik van april 2014. Via de afrekeningfactuur zal de toestand geregulariseerd worden: voor 1 april 21 procent btw; na 1 april 6 procent btw. Bij het aflopen van de maatregel zal dezelfde logica gelden maar dan in omgekeerde volgorde: tot 31 december 2015 zal op voorschot 6 procent aangerekend worden, ook al heeft het voorschot betrekking op het verbruik vanaf 1 januari 2016.