Wat is fiscaal een lichte vracht?
Om fiscaal in aanmerking te komen als een lichte vracht moet de lengte van de laadruimte minstens 50 procent bedragen van de lengte van de zogenoemde wielbasis ( dat is de afstand tussen de 2 assen). De laadruimte moet eveneens een vaste, horizontale laadvloer hebben en achter de cabine mogen er ook geen verankeringspunten zijn voor bijkomende banken, zetels of gordels.
Let op
Als de lengte van de laadruimte tenminste 30 procent van de wielbasis bedraagt, spreken we verkeerstechnisch gezien wel van een lichte vracht, maar toch beschouwt men zo’n voertuig fiscaal identiek aan een personenauto. Met alle nadelige fiscale gevolgen van dien. Het is dus opletten geblazen.
Komen in aanmerking als lichte vracht: Opel Vivaro, Mercedes Vito, Mercedes Sprinter,…
Daarentegen zijn luxejeeps zoals Porsche Cayenne, Audi Q7, BMW X5 … wel verkeerstechnisch een lichte vracht, maar niet vanuit fiscaal oogpunt. Weet evenwel dat het niet is omdat de basisversie van een model een fiscale lichte vracht is dat elk type van hetzelfde model dat is. De fiscus zal zich baseren op de technische keuring. Hun meting is bepaald of het voertuig al dan niet vanuit fiscaal oogpunt beschouwd zal kunnen worden als lichte vracht.
Voordelen
-U kan de betaalde btw in principe voor 100 procent recupereren. De btw op een personenauto kan u daarentegen slecht voor 50 procent recupereren, ook al rijdt u er enkel beroepsmatig mee en doet u geen privékilometers.
-De autokosten bij een lichte vracht zijn voor 100 procent aftrekbaar;
ongeacht of u een eenmanszaak of een vennootschap heeft. De aftrek van autokosten voor een personenwagen daarentegen is beperkt tot 75 procent ( in een eenmanszaak) of tot een bedrag in functie van de CO-2 uitstoot ( in een vennootschap).
-Ook de brandstofkosten zijn voor 100 procent aftrekbaar voor een lichte vracht, terwijl dit slechts 75 procent voor een personenwagen is.
-En dan is er nog de verkeersbelasting. Deze is voor een lichte vracht gevoelig lager dan voor een gewone wagen. Bovendien hoeft u ook geen inschrijvingstaks betalen.
Deze voordelen zijn natuurlijk niet te versmaden, maar om er zeker van te zijn dat u hiervan kan genieten, dient u wel degelijk een lichte vracht te kopen.
Vanaf 2025 is er een hervorming in de BTW-wetgeving Afschaffing van de rekening-courant Een belangrijk deel…
Bart De Wever’s nieuwe supernota ligt nu op tafel en bevat plannen voor hervormingen in de…
Een veelvoorkomende kwestie die we regelmatig horen bij onze klanten betreft bewijslast. Zowel opmerkingen zoals…
Vanaf 1 januari 2026 zullen bijna alle B2B-transacties in België verplicht digitaal gefactureerd moeten worden.…
De maatschappelijke zetel is het officiële juridische adres van je onderneming waar het dagelijkse beheer…
Er gelden vanaf 2023 nieuwe regels inzake de controletermijn van de BTW. Die is in…
View Comments
Hier moeten we 2 zaken onderling scheiden
1) Het voordeel van alle aard
2) de relatie werkgever-werknemer
1) Het voordeel van alle aard bij niet-personenwagens is niet geregeld via een forfait. Dat houdt dus in dat het werkelijk voordeel moet aangegeven worden. Dus : de totale kostprijs van die lichte vracht (afschrijvingen + onderhoud + verkeersbelasting + verzekering + brandstof + eventueel niet-aftrekbare BTW op deze kosten) op jaarbasis, en daar 10% van als voordeel van alle aard aangerekend (50 000 km waarvan 5000 km privé).
2)Hier zijn er in feite 2 mogelijkheden inzake BTW :
a) het gebruik privé wordt door de werkgever als een dienst beschouwd. Het beroepspercentage is 100%, waarvan 10% aan de werknemer wordt doorgerekend. Let wel, dit is wanneer het voordeel in natura met BTW wordt doorgerekend (dienst artikel 19 BTW Wetboek).
b) het gebruik privé wordt door de werkgever als "privé" beschouwd. Naar analogie met art45 quinqies van het BTW-wetboek. Dan is het beroepspercentage 90%.Maw, 10% wordt niet in aftrek genomen (BTW-technisch).
In principe geldt vanaf 1/1/2011 regeling b). In de praktijk is dit echter moeilijk werkbaar. Bedrijven met meerder wagens moeten bijna een aparte boekhouding bijhouden om de aftrek van een voertuig aan te gaan tonen, en de verhouding beroepsmatig/privé kan ook ten allen tijde wijzigen.
Inzake directe belastingen lijkt me echter de regeling a) de enige juiste. Zeker als het gaat om een werkgever als vennootschap. De vennootschap stelt enkel maar beroepsmatige handelingen.
Dit is inderdaad contradictorisch, maar het zijn beide feitenkwesties, met zeer veel nieuwe wetgeving en circulaires in de laatste maanden. Dat houdt in dat er nog weinig of geen rechtspraak is hieromtrent. We verwachten hier in de eerste jaren toch zeker wat rechtspraak over, die alles iets duidelijker gaat maken. Mijns inziens kan je, in jouw situatie ook gaan discussiëren over het begrip voordeel. Is er wel een voordeel in natura? Je werkgever legt je namelijk op dat je met die wagen moet rijden, wellicht omwille van praktische redenen. Maar hoe gaat bewezen worden wat die verhouding nu is? Stel dat je opeens beslist om met die wagen meerdere keren per jaar naar Spanje te rijden op verlof. Hoe gaat dat aangetoond worden? Ga je spontaan je beroepspercentage aanpassen? Ga je spontaan een ander voordeel in natura gaan aangeven?
Praktisch gezien zou ik je aanraden met je werkgever een overeenkomst te maken, op papier, waarin staat dat je die wagen ter beschikking krijgt, en dat per maand/kwartaal/jaar ... een factuur zal worden opgemaakt van x-euro, + BTW, voor het privé gebruik van de wagen.