Wat als je als belastingplichtige een bedrijfsmiddel wilt ontrekken?

Onttrekken, een woord die meestal valt bij een BTW-controle en waarvan veel mensen de financiële impact onderschatten.  Kort gezegd, het is een handeling waarbij een goed van in een bedrijf, uit het bedrijf gaat, en er wordt geen geld voor gegeven. Praktisch gezien. Je kocht een computer aan voor je eenmanszaak, maar beslist na 2 jaar om die aan je studerende dochter te geven. Je zou kunnen denken dat die BTW 2 jaar geleden werd afgetrokken en weg was, maar niets is minder waar.

 

De wetgeving inzake het onttrekken van bedrijfsmiddelen kijken we naar artikel 12 van het btw wetboek:

Art  12 §1 , 1°

Het onttrekken van een roerend goed aan zijn onderneming voor zijn privé- doeleinden of de privédoeleinden van zijn personeel.

Hierop is btw verschuldigd. Vb. : de computer van hiervoor die naar de studerende zoon gaat.

Art 12 §1 ,2°

Het onttrekken van een onroerend of roerend goed om het niet te verstrekken.

Vb.: handelsmonsters die uitgedeeld worden op een beurs.

Vb.: handelsgeschenken van geringe waarde: kleiner dan 50€

Vb.: schenking van een meubel aan een school

Art 12 §1 ,3°

De ingebruikneming van een roerend of een onroerend goed als bedrijfsmiddel.

De btw hierop is verschuldigd én aftrekbaar.

VB: een computerhandelaar neemt een computer uit zijn voorraad voor de boekhouding van zijn bedrijf.

Art 12 §1, 4°

De ingebruikneming van een zelf vervaardigd roerend goed, anders dan als een bedrijfsmiddel.

Bij de ingebruikneming is er geen volledig recht op aftrek meer. Bv iemand zowel meubels maakt als een dokter is, gebruikt een zelfgemaakte stoel in zijn dokterscabinet.

 

Art 12 §1, 5°

Het behouden van een roerend of onroerend goed bij stopzetting van de economische activiteit. Hierop is btw verschuldigd.

De onttrokken goederen moeten tegen aankoopprijs of kostprijs gewaardeerd worden. Natuurlijk ook rekening houdend met de staat waarin de goederen zich nu bevinden.

Bij onttrekking van bedrijfsmiddelen moet er rekening gehouden worden met de herzieningstermijn van het goed. (5 jaar voor een roerend goed en 15 jaar voor een onroerend goed)

De maatstaf van heffing is hierbij 1/5 van de aankoopprijs voor het jaar van de onttrekking + 1/5 per nog te verlopen jaar in de herzieningstermijn.

 

Voor verdere vragen omtrent deze problematiek kan u ons altijd contacteren.